Informatie

Een foto van een landschap met scherpte diepte waarbij op de voorgrond tarwe te zien is.

Informatie over misbruik

In 2010 kwam een enorm misbruikschandaal aan het licht binnen de katholieke kerk. Hiernaar werd door de hiervoor speciaal in het leven geroepen commissie Deetman onderzoek gedaan. De resulaten waren ronduit schokkend.

 

De voornaamste conclusies uit dit onderzoek dat eind 2011 werd afgerond luidden:

  • Er zijn maar liefst 800 daders geïndentificeerd op ruim 2000 klachten. Zeker 105 daarvan zijn nog in leven.
  • Het totaal aantal misbruikslachtoffers binnen katholieke instellingen ligt tussen tien en twintig duizend. Daarbuiten nog enkele tienduizenden.
  • Eén op de tien Nederlanders van 40 jaar of ouder is voor de 18e verjaardag benaderd door een niet familielid. Het betreft katholiek en niet katholiek.
  • Binnen internaten was de kans tweemaal zo hoog als daarbuiten.
  • Bisdommen en ordes wisten van het misbruik maar het "lukte hen niet" daar op enige adquate wijze tegen op te treden.
  • Het verplichte celibaat maakt ondermeer priesters kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag maar dat is niet wetenschappelijk te onderbouwen en ook niet de verklarende factor voor het misbruik binnen de kerk.

Over het gebouw

Foto's uit de periode t/m de tijd dat het gebouw een internaat was. Huize Don Rua is een voormalig klooster in 's-Heerenberg in de provincie Gelderland. Het gebouw is gelegen vlakbij de zogenaamde "Oude grens" de voormalig grensovergang naar Duitsland richting Emmerik, nabij het historische centrum van 's-Heerenberg.

 

Het klooster werd in 1910 gesticht door Duitse Jezuïeten die hun eigen land ontvlucht waren in 1872 als gevolg van de Kulturkampf. Dat was de strijd dee Duitse overheid onder leiding van Otto van Bismarck tussen 1872 en 1879 voerde tegen de katholieke kerk. De Jezuïeten noemde het gebouw Sint Bonifaciushuis. Hierin was een studiehuis ondergebracht dat in Duitsland verboden was.

 

In 1937 vertrokken de Duitstalige Jezuïeten terug naar Duitsland naar Bad Bodesberg en het pand kwam in handen van de witte paters een orde gesticht in 1868 door de aartsbisschop van Algiers, kardinaal Lavegerie. De witte paters werden zo genoemd vanwege de witte arabische kleding die zij droegen als missionarissen. Zij gebruikten het pand als scholasticaat, dit zijn hogere studies voor het priesterschap.

Jonge mannen werden hier opgeleid om als missionaris te worden uitgezonden naar Afrika. Deze witte paters hebben in de Tweede Wereldoorlog veel betekend voor de inwoners van de gemeente Bergh en de slachtoffers van kamp Rees, ook wel arbeitslager Groin genoemd. Kamp Rees was een concentratiekamp van de nazi's waar de gevangenen dwangarbeid moesten verrichten bestaande uit de aanleg van een militaire versterkingen zoals tankgrachten. Vanwege de betekenis voor de bevolking in die tijd is er nu nog een straat te vinden in 's-Heerenberg die Witte Paters heet. De witte paters bleven tot 1958 in het gebouw dat werd verkocht aan de Salesianen van Don Bosco, een orde binnen de katholieke kerk die gesticht was door Don Bosco in 1854 en opgezet voor zijn jeugdwerk.

De naam van het pand wordt gewijzigd in Don Rua, naar Michaele Rua, de rechterhand van Don Bosco en diens opvolger als overste van de Salesianen. Het klooster fungeerde als juvenaat waar jongemannen tussen 12 en 21 jaar werden opgeleid tot kloosterling. Nadat het aantal roepingen terugliep, werd het gebouw in de jaren 60 een algemeen internaat van katholieke signatuur met gymnasiumonderwijs. Dit bleef zo tot medio 1971. Het aantal aanmeldingen voor het internaat daalde sterk en de kosten voor het onderhoud waren dusdanig dat het internaat in 1971 werd gesloten.


Deze foto's zijn gemaakt in 2004 toen het gebouw reeds een aantal jaren leeg stond. Desondanks geven de foto's nog een vrij goed beeld van de tijd waarin Don Rua een algemeen internaat was. De foto's zijn welwillend ter beschikking gesteld door Josef Willems van Josef Willems Webdesign en fotografie.


Foto's uit de periode dat Gouden Handen er gevestigd was. Na enkele jaren van leegstand werd het gebouw vanaf 1975 "het grootste creativiteitscentrum voor amateur kunstenaars ter wereld" en kreeg het de naam Gouden Handen. Er vonden van allerlei soorten manifestaties plaats en er was zeker in de eerste jaren een grote toeloop van publiek. Gouden Handen moest helaas de poorten sluiten in 1999 als gevolg van steeds verder teruglopende toeschouwersaantallen. De laatste paranormale manifestatie trok evenwel nog een overweldigend aantal bezoekers.


Foto's uit de periode vanaf de Gouden Handen tijd tot heden.
Het pand kwam in 2000 in handen van Woonzorg Nederland, maar ondanks diverse plannen bleef het leeg staan en raakte het ernstig in verval. Er was dan al veel van waarde uit het pand verdwenen. Pas in 2007 kwam er eindelijk een plan op tafel dat voorzag in de verbouwing en vestiging van appartementen in het pand. De opgerichte stichting tot behoud van Gouden Handen ging zich nadrukkelijk bemoeien met de gang van zaken, gesteund door meer dan 1500 sympathisanten. Zij wilde graag dat het gemeentehuis in het voormalig klooster werd gevestigd. Dat gebeurde uiteindelijk niet. Het definitieve bouwplan, dat werd omarmd door alle betrokkenen, voorzag in de bouw van 46 appartementen bedoeld voor 55 plussers. Daarnaast werden op de begane grond onder meer een gemeentebalie en andere instanties gehuisvest. In de voormalige kapel was de komst van een restaurant voorzien.


Foto's van de tuin. De kloostertuin vormde een belangrijke plaats voor bezinning en rust, zeker in de tijd dat het gebouw nog daadwerkelijk als klooster fungeerde. De tuin was oorspronkelijk ommuurd en behoorlijk dicht bebost. Onderdeel van de tuin maakten uit veertien kruiswegstaties, een Maria-kapel en een Heilig Hart beeld.

In de periode dat het gebouw leeg stond, verwaarloosde ook de tuin en
werd het een hangplek voor de jeugd. Gelukkig is met de verbouwing ook de tuin aangepakt.

In het park is een grote vijver aangelegd en de bebossing heeft een veel meer open karakter gekregen dan in het verleden het geval was. De tuin draagt nu het predicaat stadspark.