Recensie

Uitzichtfoto van een tarweveld op een zomersedag. Het roept een melancholisch gevoel op dat past bij het tijdsbeeld van het boek Een jongen op een internaat.

Jeugdtrauma’s verpakt in een schelmenroman ****

Als Jos Evers’ (*1957)  alter ego Peter kort na het overlijden van zijn geliefde moeder thuis in het grote woordenboek kijkt, leest hij dat “internaat” o.a. betekent: ‘school met kost en inwoning voor de leerlingen’. Dan weet je, dat Peter als hij als 11 jarige samen met zijn oudere broer Hans door zijn vader naar Don Rua in ’s Heerenberg wordt gebracht, opgesloten wordt in een systeem waar hij niet uit mag. Niks vriendelijks aan. ‘Geen wonder dat er zo’n gigantische deur in zat en tralies voor de meeste ramen’. Die gigantische deur met de door het leven verslagen Peter ervoor is fenomenaal in grijstinten weergegeven door illustrator Peter Groenewegen, die, door de schaduwwerking van twee kanten te laten komen indringend weergeeft, dat schaduwen overal zijn en dat je er niet uit mocht en dat het niet anders was.

 

Toch schikt Peter zich in zijn onontkoombaar lot en past zich snel aan in de keiharde werkelijkheid van het internaatsleven. De auteur beschrijft in heldere taal het gebouw en de discipline van het nieuwe leven waarin hij zich moet zien te handhaven. Je voelt de kilte in de gangen, je ruikt de nachtelijke eenzaamheid van de slaapzalen vol tienerjongens. De auteur blijkt al op jonge leeftijd een overlevertje: snel weet hij zich een plek te verwerven in de groep waarin hij geplaatst wordt. De jongens krijgen ieder hun eigen status in deze  groep door de trefzekere beschrijving van hun eigenaardigheden en bijnamen. Dan begin je te leren hoe deze groep jongens functioneert, waar het recht van de sterken zich doet gelden en waar de slimmeriken zich handhaven door humor, vindingrijkheid en het vermogen, zich op de goede momenten ‘onzichtbaar’ te maken voor de paters en de groepsleiders.  Dat maakt je als lezer lid van deze groep, je wordt één van hen en beleeft met Peter en de rakkers –met broer Hans een verdieping hoger en geniaal bedenker van technische trucs- de ene hilarische scene na de andere. Je wordt schelm met de schelmen.

 

Het wordt steeds spannender, het leven op Don Rua, zeker als de groep tot een heus voetbalelftal wordt getraind, dat zich moet voorbereiden op een internaatsinterland. Als Peter door zijn groepsleider gevraagd wordt, zijn maatjes te verklikken en deze man hem gaandeweg steeds indringender intimideert neemt het boek een andere wending. De spanning bouwt zich in een dubbelplot op en plots, op een totaal onverwacht moment, randt deze man Peter aan en brengt de jongen in een totale staat van ontreddering terug in het speelveld. Aangrijpend beschrijft Evers het verholene waarin dit seksueel misbruik kon plaatsvinden en nooit door iemand werd opgemerkt.

 

Het drama in dit boek is het verdriet van het kind, dat kort na het dramatische afscheid van zijn aan kanker overlijdende moeder in een internaat moet overleven, waar het seksueel misbruik onopgemerkt moest blijven. De kracht van dit boek zit hem in de overleversnatuur die de auteur vanuit zijn talent tot vertellen etaleert en die hem binnen een klein jaar van kind tot vroeg volwassen puber maakt. Door te kiezen voor de vorm van schelmenroman en te vertellen over de streken van een groep jongens, laat de auteur haarscherp tot uiting komen, hoe juist deze omgangscultuur het seksueel misbruik onontdekt kon laten in de late 60-er jaren. Sterk zijn ook de ruime voetnoten, waarin de auteur tekst en uitleg geeft over typische eind 60-er jaren fenomenen.

 

Wie ooit een verhaal of iets groters heeft proberen te schrijven weet, hoe moeilijk het is om dialogen van de juiste lading te voorzien, zodat je er als lezer als het ware bij zit. Jos Evers is een natuurtalent gebleken in dit moeilijke metier. Een geboren verteller! Het nawoord van de auteur beschrijft kort en zakelijk de klachtenprocedure bij de RKK die hij –sinds in 2010 n.a.v. het Rapport Deetman naar buiten kwam hoe omvangrijk het seksueel misbruik binnen de RK Kerk was- heeft gevoerd om erkenning en genoegdoening te krijgen voor wat hem door zijn dader is aangedaan. Hoewel voor hem persoonlijk teleurstellend verlopen, een zeer informatieve aanvulling.

 

Een zeer geestig en indringend geschreven boek, dat in 30 korte hoofdstukken het drama van het kind Peter en zijn broer Hans ontroerend ontwapenend beschrijft. Ook na het lezen laat dit boek je niet los, Jos dwingt je namelijk om te blijven nadenken over de grote drama’s in dit kleine jongensbestaan. En over de vraag, hoe groot-groter-grootst de impact op je verdere leven is van een misbruikervaring.

 

Mijn waardering: ****!

Jos Evers heeft met dit boek bewezen, te kunnen schrijven én te kunnen relativeren. En heeft bewezen, dat deze auteur niet “zomaar” een jongen op een internaat was! 

En verder: Na een jaar Don Rua moet de auteur om organisatorische redenen weer verhuizen naar een volgend internaat, de Westerhelling in Nijmegen, waar hij zijn middelbare schooltijd af maakt. Ik kan niet wachten op Evers’ volgende boek, over 5 jaar “ De Westerkwelling”!

Klaske Metaal, Stichting KLOKK, 16 juni 2015.